
Info mieren
Welkom in de fascinerende wereld van mieren! Mieren zijn ongelooflijk sociale insecten die in goed georganiseerde kolonies leven. Of je nu een beginner bent of al enige ervaring hebt, het verzorgen van je eigen mierenkolonie is een spannende en leerzame ervaring. Deze pagina helpt je stap voor stap om je kolonie goed te verzorgen en te begrijpen hoe mieren zich ontwikkelen.
Wat heb je nodig om mieren te houden?
Een geschikte leefomgeving
Dit is de plaats waar je mierenkolonie zal wonen. De leefomgevingen kunnen variëren van kleine, eenvoudige glazen kastjes tot geavanceerdere systemen. Een goede leefomgeving bestaat steeds uit een nest-gedeelte en buitenwereld-gedeelte.
De mierenkolonie: koningin en werksters
Elke kolonie begint met een koningin, die de eieren legt. De werksters zijn de vrouwelijke mieren die de taken uitvoeren, zoals voedsel verzamelen en de jonge mieren verzorgen.
Voeding
Mieren eten een gevarieerd dieet:
- Suikerwater of zaden
- Eiwitrijk voedsel: zoals dode insecten, vlees of vis
Let erop dat je mieren alleen dode insecten aanbiedt. Levende prooien kunnen stress veroorzaken voor de mieren en kunnen het natuurlijke gedrag verstoren. Enkele mierensoorten hebben echter nood aan levend voer, denk aan Myrmecia’s. Dit zal echter duidelijk vermeld worden in de bijhorende omschrijvingen.
Water
Mieren hebben steeds toegang nodig tot water. In de testbuis zorgt het katoenen watje hiervoor. Wanneer de kolonies in grotere nesten zitten, raden we liquid feeders aan zodat er voldoende voorraad is en de mieren hier niet in kunnen verdrinken.
Temperatuur en vochtigheid
De meeste mieren gedijen het beste bij een temperatuur tussen 20-25°C en een vochtigheid van 50-60%, maar dit kan variëren afhankelijk van de soort.
Verwarming: Mierenkolonies kunnen baat hebben bij een lichte verwarming, vooral als je ze in een koelere omgeving houdt. Gebruik een speciale warmtemat of een warmtekabel die je onder het formicarium legt om de juiste temperatuur te behouden. Ook mieren die van nature in warmere gebieden leven, hebben bijgevolg verwarming nodig in hun nest en buitenwereld.
Ruimte voor de kolonie
Mieren houden ervan om dicht op elkaar te zitten, en het is dus belangrijk om ze niet te snel naar een groter verblijf te verhuizen. Een te grote ruimte kan ervoor zorgen dat de mieren zich verloren voelen, wat kan leiden tot stress en een trage groei van de kolonie. Laat de kolonie de ruimte langzaam “verkennen” terwijl ze groeit. Als vuistregel kan je nemen dat je kolonie klaar is voor een verhuizing wanneer ze 70% van het nestgedeelte inneemt.

Veelvoorkomende termen en begrippen
- Gyne: De koningin
- Monogyn: Een kolonie met één koningin. Dit is het meest voorkomende type kolonie.
- Polygyn: Een kolonie met meerdere koninginnen. Dit komt voor bij sommige soorten, waar verschillende koninginnen samen in een kolonie leven.
- Claustraal: Een gyne die sticht op eigen voorraad, gaat niet op jacht naar voedsel.
- Semiclaustraal: Een gyne die niet kan stichten op eigen voorraad, moet op jacht naar voedsel.

Hoe ontwikkelen mieren zich?
De bruidsvlucht
De bruidsvlucht is een belangrijk moment in de levenscyclus van veel mierensoorten. Tijdens dit fenomeen verlaten de koninginnen (gyne) en mannetjes de kolonie om met elkaar te paren in de lucht. Na de paring keren de bevruchte koninginnen terug naar de grond, waar ze op zoek gaan naar een plek om een nieuwe kolonie te starten. De mannetjes sterven meestal kort na de paring.
Van ei tot volwassen mier
De levenscyclus van een mier bestaat uit verschillende fasen:
- Ei: De koningin legt eieren die zich ontwikkelen tot larven.
- Larve: De larven worden gevoed door de werksters en groeien.
- Pop: De larven verpoppen zich en veranderen in een cocon.
- Volwassen mier: Na het popstadium komen de volwassen werksters tevoorschijn. De koningin blijft de eieren leggen, en de cyclus herhaalt zich.